Welkom bij de eerste les van de module “Biologische effecten van röntgenstraling”. De module bestaat in totaal uit 6 lessen en wordt afgesloten met een quiz. Indien u voldoende vragen juist hebt beantwoord hebt u de module succesvol afgerond en ontvangt u een certificaat. Hebt u geen tijd de module in één keer af te ronden? Geen probleem, u kunt later via “mijn account” de nascholing vervolgen. Succes!
Allereerst gaan we beginnen met de opbouw en de functie van de cel. Aan de hand van deze kennis is beter te begrijpen welk effect ioniserende straling heeft op de cel.
Alle levende organismen zijn opgebouwd uit cellen. Ons lichaam bestaat uit een paar honderd verschillende celtypen zoals bijvoorbeeld zenuwcellen, spiercellen, bloedcellen en geslachtscellen. Alle cellen van dieren en planten zijn hetzelfde opgebouwd. Ze bestaan uit een celkern en cytoplasma omgeven door een celmembraan. In het cytoplasma van de cel bevinden zich kleine orgaantjes die hun eigen taken vervullen, zoals bijvoorbeeld de energieproductie (mitochondria), eiwitproductie (endoplasmatisch riticulum) en de eiwitdistributie (Golgi-apparaat). Een cel vormt een eenheid die onder gunstige omstandigheden zelfstandig kan functioneren. Alle cellen van een organisme bevatten dezelfde erfelijke informatie.
Het deel van het DNA dat één erfelijke eigenschap beslaat noemen we een gen. Van de meeste genen bezitten we twee kopieën. In totaal heeft een mens ongeveer 30.000 genen. Elk gen bevat de code voor een specifiek eiwit. Deze eiwitten zijn de belangrijkste moleculen in de cel. Eiwitten zorgen voor de bouw (collageen) of het herstel van de lichaamscellen, zorgen ervoor dat de stofwisseling goed verloopt (enzymen), zorgen voor de communicatie tussen de cellen en hun omgeving (hormonen).
In de volgende video laten we zien hoe er vanuit de cel eiwitten worden aangemaakt. Druk op play om de video af te spelen.
Bron: yourgenome, Genome Research Limited, https://www.yourgenome.org/video/from-dna-to-protein
We hebben nu besproken wat de opbouw en de functie van de cel is. Later in deze module gaan we uitleggen welk weefsel er meer of minder gevoelig is voor ioniserende straling. Daarvoor is het handig in grote lijnen te begrijpen hoe de celdeling in zijn werk gaat. Dit leggen we uit in de volgende animatie;
*U kunt kiezen om de animatie te bekijken, zelf de tekst te lezen of mee te lezen wanneer u luistert.
Celdeling
De celcyclus bestaat uit vijf delen. De G1-fase, S-fase, en G2-fase bij elkaar noemen we de interfase. Maar wat doet de cel nu precies in al deze verschillende fases van zijn leven?
1. Interfase, voorbereiden op het delen van de cel. De interfase wordt onderverdeeld in drie subfases:
2. Mitotische fase, de uiteindelijke deling van de kern:
Tussen G1- en S-fase en na de G2-fase zijn er ook ‘checkpoints‘ (controlepunten). Deze controleren of de DNA-replicatie goed is gebeurd. Kleine fouten worden hersteld, maar als er zich te grote fouten voordoen gaat de cel in apoptose (geprogrammeerde celdood).
Bronnen:
Introductie in de fysiologie; www.zowerkthetlichaam.nl
Nederlands tijdschrift voor tandheelkunde; Radiobiologische aspecten van tandheelkundige röntgendiagnostiek, 2015
Videos over het genoom: Yourgenome